Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS)


De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) was een spoorwegonder-neming en verzorgde het spoorvervoer tussen het Nederlandse Boxtel en het Duitse Wesel Uden, Veghel, Gennep, Goch en Xanten. Deze spoorlijn stond in Nederland bekend als het "Duits Lijntje".[1] Op 15 juli 1873 kon het traject van Boxtel naar Goch worden geopend. Op 1 juli 1878 kon het tweede deel van de lijn, het baanvak van Goch naar Wesel worden geopend. De totale lengte van de lijn was 92,7 kilometer, waarvan 52,7 kilometer op Nederlands gebied. Vanaf Büderich werd nog 8,2 kilometer spoorweg van de Köln-Mindener Eisenbahn bereden, een deel van de lijn van Venlo via Wesel naar Haltern, Münster en Hamburg.

  • Geschiedenis

NBDS

Op 28 mei 1869 werd de Naamloze Vennootschap Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) opgericht. Het doel van de onderneming was het vervoer van goederen en personen op de spoorwegen Boxtel - Gennep - Goch - Wesel en Gennep - Kleve. De directie van de maatschappij was als volgt:[2]

  • President: Willem Hendrik van Meukeren, Rotterdam
  • Vice-president: Hyacinthus Constantinus Fredericus Kerstens, Mill
  • Secretaris: Jan van Stipriaan Luiscuis, Vlaardingen
  • Maria Frans Rudolph Joseph Willem Hubert Ludwig Philip Apolina Baron von Monschauw, Goch
  • Charles James Appleby, Londen
  • Johannes van den Boogaard, Gennep

Latere presidenten waren Hyacinthus Constantinus Fredericus Kerstens (tot 1886) en  Johannes Marinus Voorhoeve (1886-1919).

Op 28 mei 1869 kreeg Van Meukeren de definitieve Nederlandse concessie voor de aanleg van een spoorweg van Boxtel over Gennep naar de Pruisische grenzen in de richtingen naar Kleve en Wesel. Op 14 februari 1872 volgende de definitieve concessie van de Pruisische regering.[2] De maatschappij zetelde aanvankelijk in Rotterdam, later in Gennep. Hier was ook de centrale werkplaats gevestigd.

De NBDS-lijn werd geopend met de bedoeling een onderdeel van de snelste verbinding Londen – Berlijn – Sint-Petersburg te zijn. Vanaf 1881 reden over deze lijn sneltreinen (boot- treinen) waarmee men zonder overstappen van Vlissingen via Wesel naar Berlijn en Hamburg kon reizen. Vanaf station Vlissingen kon de reis worden voortgezet met schepen van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland die de reizigers naar Queenborough brachten. Hier kon worden overgestapt op de treinen van de London, Chatham and Dover Railway naar London. Vanwege dit comfort maakten veel vorsten en diplomaten voor hun Europese reizen gebruik van dit traject. In de treinen (mailtreinen) reden postrijtuigen en rijtuigen gesteld door de CIWL mee (WL en WR). Het Duitse grensstation was Goch en Hassum, het Nederlandse was Gennep. De spoorlijn werd het "Duits Lijntje" genoemd; in Duitsland luidde de naam Boxteler Bahn.[3]

Tussen Büderich en Wesel gebruikte de NBDS een 1950 m lange spoorbrug over de Rijn. Deze werd gebouwd tussen 1872 en 1874, als onderdeel van de aanleg van de lijn Hamburg – Münster – Wesel – Straelen – Venlo door de Köln-Mindener Eisenbahn. Een ander belangrijk kunstwerk op het 100 km lange baanvak was de Maasbrug bij Gennep.

De Eerste Wereldoorlog maakte in 1914 een einde aan dit prominente verkeer. In deze periode maakten vooral vluchtelingen uit Engeland en Amerika gebruik van de NBDS door het toenmalige neutrale Nederland. Op 1 juni 1919 nam de SS de exploitatie over. Op 15 nov. 1922 werd door de rechtbank in Rotterdam het faillissement uitgesproken. Per 1 juli 1925 nam de Deutsche Reichsbahn-Gesellschaft het Duitse deel van de spoorlijn over. Daarmee was de spoorwegonderneming nu aan beide zijden van de grens genationaliseerd. De werk-plaats werd in datzelfde jaar gesloten. Sneltreinen keerden niet meer terug op dit baanvak. Aan beide zijden was de lijn gedegradeerd tot zijlijn. In Nederland werd op 1 augustus 1924 de lijn een lokaalspoorlijn.

De spoorlijn na het faillissement

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd op 10 maart 1945 de spoorbrug bij Wesel door de terugtrekkende Duitse Wehrmacht opgeblazen. Daarmee kwam een eind aan het Duitse gedeelte van het Duits Lijntje. In de jaren 1949-1967 werd in fasen het Duitse gedeelte gesloten en opgebroken (Goch – Hassum 1949 P/ 1967 G en Goch – Uedem 1963 P/ 1966 G). Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het gedeelte tussen Xanten en Uedem al zo vaak door Canadese militairen beschadigd dat dit niet meer werd hersteld. Op het tracé Goch – Uedem werd een verkeersweg aangelegd.

In 1950 beëindigde de NS het laatste stukje personenverkeer op de lijn Boxtel – Uden. Twintig jaar later werd het goederenvervoer op het stuk Uden – Gennep beëindigd. De Maasbrug bij Gennep werd in 1973 gedemonteerd. De naastliggende verkeersbrug is in 1955 gebouwd op dezelfde pijlers die bedoeld waren om de spoorbrug dubbelsporig te maken, hetgeen er nooit van is gekomen. In 2004 beëindigde Railion het goederenvervoer op het stuk van Boxtel tot Veghel.

Uit protest tegen de plannen van ProRail om de aansluiting bij Boxtel te verbreken werden op Tweede Paasdag 2005 ritten georganiseerd met een stoomtrein en een lightrail-voertuig.

  • Rollend materieel

Locomotieven

In 1873 beschikte de Maatschappij over zeven stoomlocomotieven. Vijf locomotieven met sleeptender werden in 1873 geleverd door Beyer-Peacock in Manchester (nummers 1 t/m 5). Deze locomotieven met de asindeling 1'B hadden de namen Gijsbert van Beverwijk, Sophia, Mina, Lucinda en Henriëtta.

Daarvoor waren al twee tenderlocomotieven in dienst gesteld. Deze werden gebouwd door Fox, Walker & Co. in Bristol (waaronder nummer 11) en in 1871-1872 in dienst gesteld.

Voor het goederenvervoer werden in 1878 vier C-gekoppelde machines geleverd door Hohen-zollern, Düsseldorf. Deze kregen de nummer 12 t/m 15. Er volgden er nog twee in 1902 (nr. 16) en 1907 (nr. 17).

Voor het trekken van de sneltreinen werden bij Hohenzollern in 1881 twee zwaardere 1'B-machines aangeschaft gevolgd door een derde exemplaar in 1887 (nummer 8 t/m 10).

Tussen 1892 en 1894 werden opnieuw drie machines aangeschaft, ook nu weer 1'B-machines, geleverd door Beyer-Peacock in Manchester. Deze hadden de nummers 6, 7 en 11.

De steeds zwaarder wordende posttreinen deden de NBDS in 1907 besluiten tot de aanschaf van echte sneltreinlocomotieven van het type 2'C. Dit waren de eerste met deze asopstelling in Nederland. Zes stuks kwamen in 1908, nummers 30-35 (later NS-serie 3500). Daar men in Nederland nog geen ervaring had opgedaan met 2'C locomotieven, liet de NBDS de locomo-tieven in England bouwen door Beyer-Peacock, Manchester.

Deze Blauwe Brabanders reden hun sneltreinen in een aantal gevallen helemaal door naar Haltern, Münster, Essen, Dortmund of naar Oberhausen. Nog in de Eerste Wereldoorlog werden een nieuwe 2'C (nr. 36) en twee nieuwe 1D-gekoppelde (nrs. 118 en 119) goederen-treinlocomotieven geleverd door Hohenzollern, Düsseldorf.

Tevens beschikte de NBDS over drie rangeerlocomotieven met de asindeling B t. Nummer 26 werd in 1894 in dienst gesteld en was gebouwd door Henschel & Co. in Kassel. Deze fabrikant leverde ook nummer 26 in 1898. In 1907 volgde nog een rangeerlok met nr. 24 gebouwd door Werkspoor in Amsterdam.

Voor het onderhoud van het materieel beschikte de NBDS over een eigen werkplaats in Gennep.

Sinds 19 februari 1977 staat aan de Brabantweg in Gennep ter nagedachtenis aan de NBDS een stoomlocomotief opgesteld. Dit monument is een voormalige tenderlocomotief van de Deutsche Bundesbahn met het nummer 94 1640. Deze heeft overigens nooit voor de NBDS gereden. Van de NBDS zelf is geen enkele locomotief bewaard gebleven.

Zie ook

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Externe links/verwijzingen

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Literatuur

  • W.S. van Dinter: Gedenkschrift Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij en Spoormonument Lok 94 te Gennep, Gennep: Noord Limburgse Boekhandel 1982.
  • J.W.M. Peijnenburg, V.M. Freriks: De spoorlijn Boxtel - Wezel in „Kruispunt Beugen“, Nijmegen - Venlo 1983.
  • Michael Lehmann: Der Blaue Brabant – Die Geschichte der Boxteler Bahn. ISBN 3-9802229-4-2
  • Hans Schlieper, Vincent Freriks. Die Boxteler Bahn, Die Nord-Brabant-Deutsche Eisenbahn-Gesellschaft und die internationale Vlissinger Postroute. DGEG Werl 2014 ISBN 978-3-937189-79-6

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen, noten en/of referenties

  1. Freriks, Vincent & Schlieper, Hans (2008) De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij, de Vlissinger Postroute. Rosmalen: Uquilair. ISBN 978-90-71513-65-7. Pag. 9
  2. Freriks, Vincent & Schlieper, Hans (2008) De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij, de Vlissinger Postroute. Rosmalen: Uquilair. ISBN 978-90-71513-65-7

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geraadpleegde bron:

  • nl.wikipedia.org/wiki/Noord-Brabantsch-Duitsche_Spoorweg-Maatschappij - 03-05-2023

Catalogusnummer: 220430
De halte Asperden (wachtpost 58) van de N.B.D.S. te Asperden (Duitsland). Datering: Tussen 01-01-1908 en 31-12-1913.

Foto: onbekend - Het Utrechts Archief / hetutrechtsarchief.nl

Opm.:  De afbeelding is afkomstig uit het album "N.B.D.S. - De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij in Beeld", ca. 1910.

Licentiestatus: Publiek Domein

Catalogusnummer: 220405
De draaibrug over de Zuid-Willemsvaart te Veghel, met links wachtpost 16 van de N.B.D.S. aan de spoorlijn Boxtel-Wesel. Datering: Tussen 01-01-1908 en 31-12-1913.

Foto: onbekend - Het Utrechts Archief / hetutrechtsarchief.nl

Opm.:  De afbeelding is afkomstig uit het album "N.B.D.S. - De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij in Beeld", ca. 1910.

Licentiestatus: Publiek Domein



Pagina bijgewerkt: 13 oktober 2023